5/5 Carol B. 1 year ago on Google
Een
verademing!
Het
is
weer
open.
Het
verhaal
van
Ecomuseum
Rupelstreek
en
van
het
Ecomuseum
en
Archief
van
de
Boomse
Baksteen
(EMABB
-
initiatiefnemer
van
de
uitbouw
van
het
Ecomuseum)
begint
bij
een
groep
mensen
die
zich
engageren
voor
het
leefmilieu
in
de
streek.
De
overheid
was
van
plan
om
de
kleiputten
van
de
steenbakkerijen
te
gebruiken
om
er
o.a.
afval
in
te
dumpen.
De
groep
zocht
naar
alternatieven
en
vond
nieuwe
perspectieven
die
respect
toonden
voor
de
eigenheid
van
de
Rupelstreek.
Het
beschermen
van
het
erfgoed,
met
vooral
accenten
voor
het
industrieel
archeologisch
erfgoed,
was
รฉรฉn
van
die
mogelijkheden
en
werd
een
belangrijke
nieuwe
inbreng
bij
reconversie-elementen
voor
de
streek.
In
1975
(het
'Europees
Jaar
van
het
Bouwkundig
Erfgoed')
werd
trouwens
al
de
aanzet
gegeven
voor
bescherming
van
de
woon-
en
werkwijk
Noeveren,
met
vooral
aandacht
voor
de
ambachtelijke
steenbakkerij-site
Frateur.
In
deze
periode
werd
het
industrieel
erfgoed
echter
nog
niet
naar
waarde
geschat
door
de
plaatselijke
en
de
hogere
overheid.
De
bescherming
liet
dan
ook
lang
op
zich
wachten,
zelfs
tot
1986.
De
aanvang
van
de
restauratie
van
de
site
Frateur
kon
een
aanvang
nemen
in
1997
en
dit
dankzij
de
inzet
en
creativiteit
van
de
leden
van
EMABB
vzw.
De
erkenning
voor
het
gepresteerde
werk
tijdens
de
voorbije
20
jaar
en
het
belang
van
het
dorpsgezicht
Noeveren
en
het
aanwezige
erfgoed
worden
nu
echt
naar
waarde
geschat.
Heel
snel
werd
de
nood
gevoeld
naar
een
uitvalsbasis,
zowel
voor
de
organisatie
als
voor
de
bezoekers.
In
1993
kocht
het
EMABB
hiervoor
erfgoed
aan
op
het
terrein
van
de
steenbakkerij
Lauwers,
een
ambachtelijke
steenbakkerij,
op
wandelafstand
van
de
steenbakkerij
Frateur.
Het
doel
was
enerzijds
om
een
extra
patrimonium
voor
het
museum
in
bezit
te
hebben
en
anderzijds
om
er
het
bezoekers-
en
coรถrdinatiecentrum
van
het
Ecomuseum
Rupelstreek
te
kunnen
uitbouwen.
Hier
zou
het
kloppende
hart
voor
de
activiteiten
van
de
vereniging
komen,
waar
de
bezoekers
ingeleid
worden
in
de
wereld
van
baksteen,
het
Rupeliaanse
landschap
en
diverse
andere
aspecten
van
de
streek.
Naast
de
uitbouw
van
een
ontvangstlokaal
en
een
receptieruimte
in
oude
burelen
en
een
paardenstal,
wordt
ook
gedacht
aan
de
inrichting
van
een
eigen
kantoor
voor
het
administratieve
deel.
De
aanwezige
beschermde
ringoven
die
reeds
gedeeltelijk
gerenoveerd
is,
fungeert
al
als
een
polyvalente
tentoonstellingsruimte
(het
z.g.
industieel-archeologisch
museum
Rupelstreek).
Het
geheel
van
het
aanwezige
patrimonium
zal
het
bezoekerscentrum
worden
van
het
Ecomuseum
Rupelstreek
en
het
vertrekpunt
vormen
voor
een
verkenning
van
het
industrieel
erfgoed
van
de
regio.
Tevens
zal
het
de
zetel
worden
van
de
vereniging,
maar
ook
het
onderkomen
van
een
archief
van
de
Boomse
baksteen
en
van
het
industrieel
verleden.
Het
is
de
bedoeling
om
hier
zoveel
mogelijk
knowhow
te
verzamelen
over
de
traditionele
baksteenproductie
en
in
de
toekomst
de
site
ook
uit
te
bouwen
als
hedendaags
studiecentrum
over
de
baksteen
en
de
bouw,
met
mogelijkheid
voor
het
inrichten
van
congressen.